Cyclocross (Veldrijden)

Veldrijden moet zowat de Vlaamse nationale sport zijn – zonder communautair te willen doen, u begrijpt wat ik bedoel. Misschien denken mensen bij veldrijden aan de zoveelste wielerwedstrijd die uren duurt en waarbij eigenlijk enkel het laatste uur echt interessant is. Veldrijden is helemaal anders. In deze sport moeten de veldrijders zo snel mogelijk een afgebakend parcours afleggen, meestal bestaat dit uit meerdere keren dezelfde lus. Het parcours is grotendeels niet verhard, en ook bevinden er zich obstakels op de weg of modderige plassen. In het veldrijden is het niet verboden om stukken van het parcours te lopen met de fiets op de rug. Sommige veldrijders hebben zich echter gespecialiseerd in het nemen van obstakels door met de fiets te springen – Sven Nys is hier een echte held in.

Sven Nys en Niels Albert

Dat veldrijden (ook wel cyclocross genoemd) zo populair is in Vlaanderen, hoeft niet te verbazen. Vlaanderen is een vlak stuk land, dus een mooi spannend parcours aanleggen is niet moeilijk. De klassieke kleigrond zorgt voor plakkerige onverharde stukken, wat het rijden intensiever maakt. De perfecte grond voor een cyclocrosswedstrijd dus. De eerste cyclocrosswedstrijden zouden nochtans door een Fransman zijn georganiseerd, en ontstaan zijn in de jaren 1900. Veldrijden leeft echter echt in Vlaanderen. Wedstrijden hebben telkens veel bezoekers, en de echte enthousiastelingen verplaatsen zich zelfs verschillende keren binnen de lus van het parcours om hun favorieten aan te moedigen. De groten van het veldrijden zijn over het algemeen ook Vlamingen: Sven Nys, Bart Wellens, Niels Albert – wanneer er een veldrijder mee ophoudt, staat er al een volgende klaar om de nieuwe kampioen te worden!

Veldrijden is leuk, daar zijn Vlamingen van overtuigd.